Correcte tekst, snel en voordeligOver en uit met tautologieën


Het gebruik van tautologieën in de Nederlandse taal is eindelijk geheel en al uit en passé. De Nederlandse Stijlfiguren Werkgroep (NSFW) is hier blij en verheugd over. Voorzitter-bestuurder Bas Lagetoon ergert zich er al reeds jaren bont en blauw aan. “Nooit ofte nimmer zullen tautologieën hip en modieus worden. Maar nu is het echter over en uit, want deze hinderlijk storende modegril is nu immers hopelijk voor altijd en eeuwig uit de gratie.” Of ook pleonasmen eveneens één en het hetzelfde lot zijn beschoren, weet Bas nog niet. “Dit is al een positieve verbetering ten goede, en er is altijd een mogelijke kans dat de trend verder wordt doorgezet.”

 

 

 

               Meeuwen

 

Voor de zoveelste keer deze winter ligt er ijs op de grote vijver voor mijn huis. En zoals altijd als dat het geval is, lijkt dat als een grote magneet alle meeuwen uit de lucht te trekken. Ze moeten en zullen met zijn allen op dat ijs gaan staan, ook als het zo dun is dat ze er een voor een schlemielig doorheen zakken en beginnen te zwemmen. Verderop, bij de brug, liggen de eenden, ganzen en de zwaan allemaal in het wak te drijven, maar de meeuwen hebben daar als het vriest blijkbaar geen behoefte aan. Ze willen alleen maar op het water staan. En daar dan helemaal niets doen. Gewoon staan. De hele dag.

 

Normaal gesproken zijn ze heel actief. Ze vliegen rond met brood of ander spul in hun bek, wat ze af en toe paniekerig in mijn tuin deponeren als ze weer eens in de lucht worden aangevallen door een alfa-meeuw. Of ze schreeuwen en krijsen moord en brand vanaf de daken van de flats in de buurt. Ze laten in ieder geval constant weten dat ze er zijn. Behalve als er ijs ligt.

 

Dat de meeuw een zeevogel zou zijn, dat is iets van vroeger. Tegenwoordig komen ze overal voor. Als ergens genoeg afval te vinden is, is dat voor een meeuw reden genoeg om daar te gaan wonen. Op het Vredenburg bij patatzaak Manneken Pis vind je de dikste exemplaren, die zich als pinguïns alleen nog waggelend kunnen voortbewegen, bij voorkeur met een Belgische friet als een dikke bolknak in hun brutale bek geklemd.

 

De meeuwenoverlast in mijn buurt wordt in stand gehouden door de bewoners zelf. De een strooit broodkorstjes op het grasveld rond de vijver, met de beste bedoelingen, maar onwetend slechts dood en verderf zaaiend onder de eenden – die worden dik en lui en de mannetjes gaan vervolgens uit verveling de vrouwtjes verkrachten, waarbij niet zelden de vrouwtjeseend verzuipt vanwege het overgewicht van haar belager – terwijl een ander zijn of haar huisafval vanaf de derde verdieping zó over de balustrade het struikgewas in kiepert. Dan lachen de meeuwen zich rot en duiken er vol overgave met zijn allen tegelijk op. Ze trekken de vuilniszak uit elkaar, vreten zich vol en laten de stoep en de struiken bezaaid met afval achter.

 

Dit alles heeft trouwens nog een andere bijwerking. Soms lijkt het hier wel meeuwenkak te regenen. Maar vandaag even niet. Hoewel… shit. Er zwemmen er al twee.

 

 

Correcte tekst, snel en voordeligPerth

 

“Waar wil je heen?” vraagt de vrouw, terwijl ik mijn rugzak uit de berm haal.

“Naar Perth, maar als dat te ver is, dan graag zo ver mogelijk in die richting,” zeg ik.

“Dan is dit je geluksdag. Ik woon zelf in Lancelin, maar ik breng je wel even naar de stad,” zegt ze, en duwt het portier open. Ze zit alleen in de auto, een vrouw van nog geen dertig, maar toch neemt ze me mee.

Het voelt alsof ik in een vriezer stap, de airconditioning in de kleine cabine draait op volle toeren. Na een paar minuten is mijn kippenvel weer verdwenen. Maar even later komt het langzaam weer terug. Ik kan niet wachten, ik heb zo veel over Perth gehoord.

“Wat ga je daar doen?” vraagt de vrouw, van wie ik inmiddels weet dat ze Maggie heet.

Ik zeg haar dat ik werk ga zoeken. “Het geld is op. De walvishaaien, je weet wel.”

Maggie knikt. Iedereen hier weet dat zwemmen met walvishaaien ontzettend duur is. Maar je moet het een keer gedaan hebben.

We laten de woestijn achter ons, het landschap wordt groener. De afgelopen weken heb ik bijna geen boom meer gezien. Ik heb behoefte aan een nieuw klimaat.

De afslag Lancelin zoeft aan ons voorbij. Langs de weg staat een bordje: Perth 118. Ze brengt me wel even, zei ze. In West-Australië lijken kilometers veel minder te wegen dan bij ons.

“Je gaat Perth vast fantastisch vinden,” zegt Maggie. “Het is lekker koel daar. Dat komt door de Dokter. Ga met wat vrienden in Kings Park zitten en geniet ervan.”

De Dokter, dat is de zeewind, die elke middag het leven in de stad weer draaglijk maakt. Maar ook zonder die verkoelende bries had Perth me weten te omarmen. Het is een brandschone, eindeloos afwisselende stad, met anderhalf miljoen geluksvogels. Eromheen is bijna helemaal niets. Het is een eiland op een eiland, een afgelegen haven in een zee van zand. Als ik er aanleg ben ik thuis. Perth heeft me gevangen en zal me nooit meer loslaten.

 

 

Correcte tekst, snel en voordeligStatia's taalspagaat

 

Op Sint-Eustatius spreekt iedereen Engels. Je koopt er een brood in het Engels. Je bestelt een biertje in het Engels. Je gaat naar de kerk in het Engels. Maar op school is het anders. Dit heeft dramatische gevolgen, en moet zo snel mogelijk veranderen.

 

Jason is negentien jaar oud en kijkt naar het stapeltje papier dat voor hem ligt. Zweetdruppels staan op zijn voorhoofd. Af en toe stroomt er een over zijn nek. Het is heet in het klaslokaal, maar dat is het altijd. Voor hem ligt zijn vmbo-eindexamen wiskunde, dat hij nu voor de derde keer maakt. Vorig jaar scoorde hij een 3,6, een paar weken later haalde hij een 3,8 in de herkansing. En dat terwijl wiskunde zijn beste vak is. Alleen met de examens heeft hij moeite. Dat ligt niet aan examenvrees, aan een slechte voorbereiding of aan de luid spelende kinderen op het schoolplein verderop. Nee, het ligt eraan dat het examen is opgesteld in een taal die Jason maar nauwelijks begrijpt. Hij spreekt het nooit. Eigenlijk kent hij niemand die het spreekt. En toch, tot zijn grote frustratie, moet hij al zijn schoolexamens maken in het Nederlands.

 

Want dat zijn de regels op Statia, zoals de eilanders het zelf noemen. Dit Caribische paradijsje heeft in 2010 net als Saba en Bonaire de status van ‘bijzondere Nederlandse gemeente’ gekregen. Dat bijzondere zit vooral in het feit dat het zevenduizend kilometer verwijderd ligt van Europees Nederland, waar hun wetten en regels worden bedacht. De ambtenaren van de verre bezetter hebben het Nederlands tot de taal van officiële instanties verklaard. Dus ook van scholen. Maar wat heeft dat voor zin, als niemand Nederlands spreekt? Van docenten wordt verwacht dat ze in het Nederlands lesgeven, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht. De leerlingen begrijpen het niet, en dus krijgen ze les in het Engels. Dan gaat het beter. Tot er getoetst wordt.

 

Hoewel Sint Eustatius een Nederlandse gemeente is, is de keuze voor het Nederlands als toets- en instructietaal volstrekt idioot te noemen. Van de drieduizend inwoners spreekt de overgrote meerderheid Engels, en slechts een fractie – nog geen tweehonderd mensen – spreekt Nederlands. Vanaf halverwege de basisschool krijgen de kinderen Nederlandse les, maar de meeste gaan die taal nauwelijks nog gebruiken. De beheersing van het Nederlands is bij de leerlingen die oud genoeg zijn om naar de middelbare school te gaan zo slecht, dat er een tussenjaar is ingevoerd. Dan krijgen de kinderen een jaar lang bijscholing in Nederlands en wiskunde. De wiskunde-achterstand is een gevolg van het taalprobleem, want de redactiesommen die de leerlingen moeten maken komen uit Nederlandse schoolboeken. Dus of een kind goed is in wiskunde of niet, de sommen blijven raadsels.

 

De extreem slechte examenresultaten op Sint Eustatius laten er geen twijfel over bestaan dat hier dringend iets moet veranderen. De statistieken zijn ten hemel schreiend, om met de woorden van de rector van de enige middelbare school op het eiland te spreken. Uiteindelijk slaagt iets meer dan een kwart van de kandidaten voor het examen. Over hun totale schoolcarrière hebben de Statianen dan drie jaar langer gedaan dan hun landgenoten in Europa, waar het slagingspercentage boven de negentig procent ligt. Slechts een zeer klein deel van de scholieren die het eindexamen gehaald hebben, gaat in Nederland studeren. Maar mede door het taalprobleem blijven de meesten op de Antillen of gaan naar Amerika.

 

Sint Eustatius is dan wel een Nederlandse gemeente, maar toch is het onlogisch om het Nederlands als instructietaal te blijven gebruiken. Gezien de geografische ligging van het eiland, in een voornamelijk Engels- en Spaanssprekende regio, zouden die talen een veel grotere rol in het onderwijs moeten krijgen. Maar de overheid houdt geforceerd vast aan het Nederlands als instructietaal. De enige reden hiervoor is dat Sint Eustatius een Nederlandse gemeente is; op de middelbare school gelden dus dezelfde regels als op scholen in Europees Nederland. Dit doet ouderwets koloniaal aan en heeft een ongewenst bijeffect: het creëert een wij-zijgevoel onder de bevolking, waardoor de Statiaanse jeugd nog minder geneigd is om Nederlands te leren. En geef ze eens ongelijk. Als je geen enkele verbondenheid met de Europese overheerser voelt, waarom zou je dan zijn taal gaan spreken?

 

De taalspagaat staat inmiddels op de politieke agenda: er loopt een onderzoek vanuit het Ministerie van OCW naar de gevolgen van het behouden van het Nederlands als instructietaal op Sint Eustatius. In het voorjaar van 2014 worden de resultaten gepresenteerd. Zonder twijfel zullen die gevolgen dramatisch genoeg blijken om dit probleem zo snel mogelijk op te lossen. Gelukkig is er een prima alternatief: maak van Nederlands een keuzevak, en geef de toetsen in het Engels. Op deze manier kan elke leerling Nederlands leren en tegelijkertijd de cijfers halen die hij of zij verdient; ook voor vakken als wiskunde en biologie. Tot het zover is, kleurt Jason nog wat willekeurige antwoordhokjes in. Zijn Amerikaanse droom heeft hij al lang geleden laten varen.

 

 

Correcte tekst, snel en voordeligDe ring

 

‘De ring die jij draagt’ van de zingende huisschilder Wimmie Bouma uit Zwolle is het slechtste wat TV Oranje zijn kijkers in tijden heeft voorgeschoteld. Die zender staat al niet bekend om het uitzenden van videoclips van hoogwaardige kwaliteit, maar deze nieuwe aanwinst van wat bij mij thuis ‘het eindstation’ wordt genoemd, is zo erg dat je hem zo snel mogelijk moet gaan zien.

 

De videoclip van Wimmies meest recente hit is in een woord verschrikkelijk. Hij kan onmogelijk gemaakt zijn door iemand die er verstand van heeft. Voortdurend zien we een trouwring op een kleedje, afgewisseld met shots van de onknappe Wimmie. Die beelden zijn statisch, diepteloos en van een dermate slechte kwaliteit dat ze wel met een van Wimmies natte verfkwasten gefilmd lijken te zijn. Bovendien wordt ook nu weer hetzelfde model gebruikt als in alle eerdere clips van Wimmie, en eerlijk is eerlijk: dat meisje mag nu wel weer terug naar haar baantje achter de kassa bij de Zeeman.

 

Wimmie is een typische C-artiest. Hij is niet bepaald knap, en aan X-factor ontbreekt het hem volledig. De Zwollenaar is zo’n grijze muis dat de clip wel in zwart-wit lijkt te zijn geschoten. Maar als je goed kijkt zie je toch echt in full colour een kale veertiger met de blik op oneindig zijn tekst van een autocue naast (ja, naast) de camera oplezen. Misschien dat we, als er wat meer melodie in het lied had gezeten, Wimmie nog op wat emotie hadden kunnen betrappen. Maar helaas, het hele lied is zo vlak als het Zwolse platteland.

 

De tekst van het nummer, geschreven door ene Martin Sterken, raakt kant noch wal. Voortdurend spreekt Wimmie zichzelf tegen. In het refrein is die o zo belangrijke ring het eigendom van Wimmie, maar in het eerste couplet is hij juist weer van zijn ex. Die trouwens in het begin van het lied zijn vriendin is, maar in het refrein zijn ze uit elkaar. Net zoals Wimmie zelf zingt, begrijp ik ook echt niet wat er nou met hen is gebeurd. Als hij klaar is met zijn verhaal laat hij de luisteraar vertwijfeld achter en vraag ik me af: wat is nou eigenlijk Wimmies probleem?

 

De combinatie van al deze ingrediënten vormt een recipe for disaster, zou je zeggen. Maar niets is minder waar: het blijkt om van te smullen. Ik ben een door de lol geverfde TV Oranje-ramptoerist en van mij mag deze clip non-stop uitgezonden worden. ‘De ring die jij draagt’ krijgt vijf van de vijf

(C-)sterren!

 

 

 

 

 

 

 

Deze website is gemaakt door Guido Goudswaard © 2014.

Correcte tekst, snel en voordelig